expr:class='"loading" + data:blog.mobileClass'>

donderdag 5 december 2019

'Over the top' kerstversieringen in Amerika

Een voorbeeld van een huis dat door professionals onder handen is genomen. Gedecoreerd zonder te veel poespas/ kleur. Ik vind het super mooi, maar ik denk dat het voor veel Amerikanen aan de sobere kant is.  
Smaken verschillen maar deze mensen hebben wel heel erg hun best gedaan, om het er feestelijk uit te laten zien. Ik heb zeker tien minuten staan kijken wat er allemaal te zien was. Ik heb me kostelijk vermaakt.


Eerlijk is eerlijk, ook ik heb me er in onze beginjaren in de USA schuldig aan gemaakt: overdadige kerstversieringen. Ik vond dat toen leuk, vooral voor de kinderen die toen nog 'piep' waren. Nu decoreer ik onder het mom less is more.

In Amerika zijn ze meer van more is still not enough. Tenminste, degenen die het serieus aanpakken. Het gros van de Amerikanen decoreert het huis van binnen en buiten het weekend na Thanksgiving, eind november. Er wordt veel tijd (en vaak ook veel geld) aan gespendeerd en het is logisch dat ze een poosje van die inspanningen willen genieten.

Ook ik had de leuningen van de trap versierd met guirlandes, inclusief lichtjes en versieringen. Houten kerstmannen hier en daar en de open haard was ook opgetut. Merry Christmas deurmat bij de voordeur, handdoeken met kerstmotief in de keuken, kerstzeep in het toilet en Rudolf the Reindeer stickers op de ramen, kerstboom versierd met linten, ballen en strikken etc etc.

Maar nu, dik vijftien jaar later, gooi ik het over een andere boeg. Als ik al een kerstboom zet, dan zie je in elk geval nog groen. De handdoekjes die ooit in de keuken hingen, zijn gedegradeerd tot poetsdoeken. Ook de kransen op de voordeur zijn stukken minder protserig. Ik versier het huis nog wel, maar dan stemmig en ingetogen. Vind ik. Maar een Amerikaan zou vast en zeker zeggen: dit is wel héél erg saai.

Gisterenavond besloot ik een eind te lopen met de hond. In onze buurt zijn veel huizen onder handen genomen voor kerst. We wonen in een gated community aan een golfbaan, dus er zit nogal wat geld. Genoeg huizen worden professioneel versierd, zodat de contouren van het huis (zeg maar villa) en de palmbomen goed te zien zijn. Schitterend! Ik geniet ervan.

Tijdens de wandeling met onze hond heb ik geregeld stil gestaan. En niet alleen om hem te laten plassen. Ik dacht écht, dat de hele bonte en voor mijn gevoel over the top versieringen alleen maar te zien zouden zijn in gezellige wijken, waar men een minder vette bankrekening heeft. Maar nee, hoe kon ik zo stom zijn. Wie het breed heeft, wil  het uiteraard heel breed laten hangen. 

Daar waar iedere meter van de tuin wanstaltig opgedirkt was, zag ik op de parkeerplaats voor de garage vier auto's staan: een zwarte Rolls Roys, een oranje Bentley SUV, een witte Ferrari en een zwart met oranje McLaren. Een godsvermogen aan wagens voor de deur maar goede smaak wat kerstversiering betreft, is duidelijk niet te koop.

Toen we thuis kwamen, kreeg onze Louis een verantwoord kerst-hondenkoekje met kaneel. Ter compensatie van al die keren dat we stil stonden, ik mijn ogen uitkeek en soms hardop stond te lachen!

>2.000.0000 dollar aan wagenpark voor de deur garandeert geen nette of smaakvolle kerstdecoratie in de tuin (gedeeltelijk zichtbaar is achter de auto's).


dinsdag 19 november 2019

Voetbal, racisme en Zwarte Piet

Het was me een weekendje wel: eerst op zaterdag de intocht van Sinterklaas met alle rumoer van dien. En daags erna stond Nederland op z'n achterste poten om dat er racisme had plaatsgevonden op het voetbalveld. En ineens was het me duidelijk. 

Op zaterdag bedacht ik me nog dat als ik nog in Nederland zou wonen, ik waarschijnlijk geen Sinterklaas meer zou vieren. Het feestje was verziekt door de zwarte pieten-discussie. Alle voors en tegens heb ik duizend maal gehoord en toch vond ik, dat een in  mijn ogen onschuldige traditie net iets belangrijker was dan de aanpassing van een piet. 

Op sociale media druppelden de vrolijke foto's binnen van de intocht, compleet met Sinterklaas en zijn pieten. Vrolijk lachende kindjes die opgewonden en blij zijn dat de goedheiligman er weer is. Ik kom uit het oosten van het land en het was wel erg opvallend: alle pieten die ik langs heb zien komen, waren gitzwart. 

De Nederlandse zwarte piet wordt wel eens vergeleken met de Amerikaanse black face. Maar die vergelijking gaat wat mank. Bij Sinterklaas en zwarte piet zijn er in de loop van de tijd elementen in geslopen die als discriminerend kunnen worden ervaren. Black face was van meet af aan racistisch en bedoeld om tot slaven gemaakte Afrikanen te bespotten in racistische shows vanaf de 19e eeuw. 

En toen kwam zondag. Voor het eerst in de Nederlandse sportgeschiedenis werd een voetbalwedstrijd stil gelegd in verband met racistische spreekkoren. Ik heb de beelden bekeken en beluisterd. De ooit goed bedoelde zwarte piet werd als het ware gegijzeld door een stelletje droeftoeters van de thuisclub ten koste van een gekleurde speler van de tegenstanders. 

De verontwaardiging en verbijstering waren af te lezen van het verdrietige gezicht van deze voetballer. Iedereen mag voor of tegen zwart piet zijn en ervoor of -tegen protesteren, daarvoor leven we in een democratie. Maar als je pro pieten leuzen gaat scanderen nèt als een gekleurde speler aan de bal is, dan ben je toch echt de weg kwijt. 

Met dank aan een partijtje voetbal, heb ik dan mijn mening over zwarte piet herzien. Laat zwarte piet maar verdwijnen via de zijdeur, richting de geschiedenisboeken. Misbruik van een traditie deugt namelijk nooit. 








woensdag 23 oktober 2019

Baas over 'eigen' drop





Het spelletje ik ga op vakantie en neem mee... kennen we allemaal wel. Een variant daarop, doe ik als ik van Nederland weer terug reis naar Amerika. Ik neem onder andere mee terug: pure extra grote hagelslag, een grote lading Nespresso cupjes, nasikruiden en drop.

Toen ik nog in Nederland was, appte ik onze zoon of ik nog drop voor hem mee moest nemen. De laatste keer dat er dropjes in huis waren, wist hij er namelijk prima raad mee en was de drop pot binnen no time leeg. Ik kreeg een duidelijk 'NEE' terug geappt. Okay, wat dan wel? Meneer wilde graag spekjes. Veel. En als het nog kon, roze koeken. 

Ben uiteindelijk thuis gekomen met bijna twee en halve kilo kabelspekken. Dacht dat hij er wel even zoet mee zou zijn maar nee. Twee en halve kilo spek en twee pakken roze koeken waren binnen 48 uur foetsie. Kleinigheidje voor een 17 jarige knul van 1.94m. Alleen was nog geen 12 uur later 'mijn' zak drop ook pleite. Tijd voor drastische maatregelen. 

Waar oh waar verstop je nou een zak drop, zodat het uit het bereik van die grijpgrage jatten blijft? In het gootsteenkastje, tussen de schoonmaakmiddelen. Geen hond die het daar zoekt, mijn dropjes zijn daar veilig. Vond het ludiek van mezelf; maakte een foto, gooide het op een Facebook site van internationale vrouwen en daar heb inmiddels dik over de 800 likes, hartjes en smiles verdiend. 

Uiteraard kreeg ik ook commentaar. Dat het wel sneu was voor mij, dat niemand me helpt met poetsen. Maar zoonlief moet echt zijn eigen badkamer bijhouden hoor en heeft de schoonmaak spullen daarvoor boven staan. Inderdaad, manlief hoeft niets te doen want hij werkt sowieso minimaal 80-85 uur per week. Als hij reist nog 'iets' meer. Lijkt me wel genoeg, toch?

Er waren dames die het niet okay vonden, dat het zakje drop open stond tussen de Glorix en aanverwante zaken. Maar alles voor de foto hoor.  Opgerold en met een klip erop was het überhaupt niet meer duidelijk dat het om een zakje drop ging. Dus nadat ik de foto had genomen, heb ik ervoor gezorgd dat het zakje keurig gesloten werd. 

Weer een ander merkte op, dat ze het niet zo netjes van me vond dat ik dat zakje drop zo voor mezelf hield. Touché... Ik reageerde lichtelijk kinderachtig maar met knipoog emoji terug, dat mijn man helemaal geen zak (vat je 'm?!) om drop geeft. Is alleen helemaal niet waar. Hij werkt in zijn eentje aan de muntendrop, die zoonlief en ik veel minder lekker vinden. 

Toen mijn man van het weekend met zijn knuisten in de (munten-) drop pot verdween, kreeg ik last van mijn geweten. Ik vroeg hem of hij liever 'mijn' lekkere toefjesdrop wilde. Hij keek me verbaasd aan. Ik biechtte hem toen op, dat die bij de schoonmaakspullen stonden en dat hij er wel van mocht pakken, zolang hij het geheim maar niet prijsgaf aan onze zoon. 

Vraagt hij me: 'Waar staan die schoonmaakspullen dan?!' Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks...












woensdag 11 september 2019

#doeslief schiet door

Sinds enige tijd ben ik lid van een paar Facebook groepen voor Nederlanders die woonachtig zijn in het buitenland. Ik mag graag lezen wat voor iets zinnigs of onzinnigs er wordt gevraagd. Waar men je om wil laten lachen, wat er voor een ervaringen gedeeld worden en welke discussies er worden aangeslingerd.

Voor mij is dat een gevoel van home away from home. De reacties op diverse posts zijn, ook al zijn ze soms niet zo bedoeld, typisch Nederlands. Men neemt bepaald geen blad voor de mond. Ik houd wel van open en directe communicatie. Maar soms gaat het fout en wordt men boos op elkaar, met alle gevolgen van dien.

Om onaardig gedrag op onder andere sociale media tegen te gaan, bedacht SIRE (Stichting Ideële Reclame) de #doeslief campagne. In de hoop dat mensen zich realiseren, dat niemand zich beter gaat voelen door onaardig gedrag. Ben alsjeblieft een beetje aardig tegen elkaar. Geen slecht streven in een wereld die harder en harder wordt.

De campagne sloeg aan en werd een succes. De bedoeling is helder en goed. Maar ik vind dat het zaakje onderhand ontspoort. Te pas maar ook te onpas wordt geschermd met #doeslief. Zodra iemand een beetje kritisch is of wat fel reageert, wordt hem of haar de mond gesnoerd door één simpele opmerking: #doeslief. 

Terecht als iemand te ver is gegaan. Maar wat mij betreft onterecht, wanneer de #doeslief-politie welgemeend commentaar de kop indrukt. De doodsteek voor een ontluikende discussie. Het oordeel is immers geveld, die persoon was dus niet lief. Maar was die persoon inderdaad niet aardig of was hij/zij kritisch en direct? 

Alle mensen zijn verschillend; de een heeft een dikke huid en de ander juist lange tenen. Vooral op sociale media valt het niet mee. Ik benijd de moderators van de groepen op Facebook niet. Telkens weer een post of opmerking tegen het licht houden en dan beoordelen of het wel of niet tegen iemand's zere been is. Feitelijk kan je het nooit goed doen.

Maar ik zie verschillen: waar de ene moderator direct het belerende vingertje omhoog steekt, is een ander een stuk ruimer in wat hij/zij toelaat en laat de discussie verder ontwikkelen. Persoonlijk waardeer ik het als een discussie niet gelijk in de kiem wordt gesmoord. Het te snel ingrijpen riekt wat mij betreft naar censuur. 

Een poos geleden vertelde een Amerikaanse vriendin me, dat ze geen politieke posts meer wil doen op Facebook vanwege het harde commentaar van anders gestemden. Zo jammer, want ik stak er veel van op. Je wordt niet wijzer door elkaar altijd maar veren in de kont te stoppen en het overal roerend over eens te zijn. Toch? 

Maar ook ik ben onderhand zover, dat ik me maar niet meer in de discussie meng op bepaalde sites. Af en toe geef ik tijdens een felle discussie nog een like-je maar ik weet ondertussen, waar ik mijn mening liever voor me houd. Ik heb geen zin om als een kleine meid op mijn vingers te worden getikt.

Het oneigenlijk toepassen van #doeslief kan meer kapot maken dan je lief is. Laat ons zuinig zijn op onze vrijheid van meningsuiting en deze niet bedekken met de mantel der liefde...















dinsdag 21 mei 2019

Het droomhuis dat een nachtmerrie werd




We verheugden ons zó op ons nieuwe Amerikaanse droomhuis maar helaas, het werd een nachtmerrie....

Het is een wens die menigeen heeft en die wij uit konden laten komen: een gloednieuw huis bouwen! We vonden een huis in aanbouw op een prachtig stuk grond. Omdat ze nog maar net met de bouw begonnen waren, konden wij het huis nog naar onze eigen smaak en stijl afmaken. Januari 2018 tekenden we het contract en de oplevering was gepland begin juni.

Dat begin juni niet gehaald zou worden, daar hadden we op gerekend. We hielden het op begin juli. Maar ook dat werd niet gehaald en toen liepen we tegen onze eerste grote horde aan. Het huis waar we in woonden, hadden we namelijk al verkocht maar het nieuwe huis was nog niet klaar. We zouden een ruime week in een hotel moeten verblijven. Ach, best gezellig.

Echter, als die ene week uitloopt tot ruim vijf weken is er niks gezelligs meer aan. Met zijn vijven op een paar vierkante meter bivakkeren in een te krappe hotelsuite, is niet leuk. Al die tijd niet kunnen koken, half uit de koffer leven, de was moeten doen in een wasserette en elke dag diverse keren op en neer rijden naar het nieuwe huis. Oftewel, het viel tegen.

Midden augustus konden we ein-de-lijk in ons nieuwe huis. Er moesten nog wat dingen afgemaakt worden maar de aannemer verzekerde ons, dat het met een week of twee, drie wel gedaan zou zijn. Geen tijd om erover na te denken. Ik moest tussendoor namelijk dochterlief naar Nederland brengen, want zij zou daar gaan beginnen met studeren. Kon er ook nog wel bij.

De verhuizers haalden onze spullen uit de opslag (nog zo'n onvoorziene omstandigheid) en ik heb zeggen en schrijven één etmaal de tijd gehad om al het noodzakelijke uit dozen te halen zodat man, zoon en mijn vader een heel klein beetje konden overleven terwijl ik met onze dochter naar Nederland vertrok. Toen ik een week later thuis kwam, stonden de dozen er nog net zoals ik ze had achtergelaten. Werk aan de winkel!

Vol goede moed begon ik alles een plekje te geven in ons nieuwe huis. Natuurlijk moest er ook gepoetst worden en zo begon ik ons huis aan een nadere inspectie te onderwerpen.Want als je poetst, sta je overal met je neus bovenop. En toen zag ik het ene na het andere mankement. Ik zag echt van alles wat je tijdens de algemene inspectie niet ziet, omdat je dan alleen naar de grote lijnen kijkt.

Inmiddels was het september en zaken die al lang afgewerkt hadden moeten worden werden niet, deels of met veel vertraging afgemaakt. Maar wat heb je aan een deck (soort hoog terras) als er geen trap is? Hoe kan je genieten van je badkamer als het bad nog steeds niet geplaatst is? Hoe kan je trots zijn op je huis als de tuin nog een complete chaos is en de ramen naast de voordeur nog niet geplaatst zijn?

Ondertussen werd ik behoorlijk wanhopig, want geen van de vijf badkamers was fatsoenlijk betegeld of gevoegd. Diverse gemonteerde kranen waren niet de kranen, die ik meer dan een half jaar daarvoor al had moeten bestellen. Het schilderwerk zowel binnen als buiten was zo ondermaats, dat het zeer deed aan de ogen. Handgrepen in keuken en badkamer zaten bijna zonder uitzondering scheef en zo kan ik nog wel een uurtje of wat doorgaan.

Gelukkig hadden we nog geld in het bouwdepot, waardoor we nog een stok achter de deur hadden. Zo konden we de aannemer aanpakken; hij zou het geld niet eerder krijgen dan dat alles naar behoren en volgens afspraak was afgemaakt. Het bleek een gevalletje 'water naar de zee dragen'. Aan de ene kant werden dingen opgelost of gerepareerd. Maar aan de andere kant ontstonden problemen, die nog veel groter waren.

We hebben diverse lekkages gehad met enorme gevolgen. Door waterschade was de hele vloer van onze mega grote basement beschadigd. Inmiddels ligt daar een hagelnieuwe vloer. Helaas is de parketvloer van de begane grond op  verschillende plaatsen zodanig opgebold dat deze ook te zijner tijd vervangen moet worden. En het net afgeronde verfwerk had ook waterschade opgelopen, 'hoera'.

Inmiddels was het eind januari. Alle vijf de badkamers waren gestript en weer opnieuw betegeld en de lijst af te werken zaken leek eindelijk korter te worden in plaats van langer. Maar nog steeds moest ik iedere dag thuis zijn voor iemand. Was het niet voor de schilder dan was het voor de loodgieter. En was het niet voor de timmerman dan was het voor de elektricien. Ik was een gevangene van mijn eigen huis.

En net als je licht aan het einde van de tunnel denkt te zien, wordt het weer aardedonker: we kregen het telefoontje dat de aannemer zelfmoord had gepleegd... We waren in shock. Maar die shock ging snel voorbij toen we hoorden, dat hij de boel al jaren enorm had lopen flessen. Hij had iedereen financieel zo verschrikkelijk besodemieterd, dat hij geen uitweg meer zag. Een actie met grote gevolgen, niet alleen voor zijn gezin.

Daags na zijn zelfmoord stond de politie op de stoep met een dwangbevel om per direct de afwatering in de tuin te verzorgen. Een klus van maar liefst twintig duizend dollar. Elke dag dat het niet gedaan was, zou ons duizend dollar extra kosten. Huh?! Jazeker, dit had die aannemer al lang gedaan moeten hebben maar ja, hij vulde het ene gat met het andere, als hij het al vulde. Gelukkig kregen wij clementie.

Nu is het bijna juni en nog steeds is niet alles klaar. Nog steeds heb ik weinig vrijheid om te doen waar ik zin in heb en onderhand heb ik er ook geen zin meer in. Dit laatste jaar heeft zijn tol geëist. Lichamelijk en geestelijk zijn we niet beter op geworden, geen van allen. We hebben een hele drastische maatregel genomen om ons geluk weer terug te vinden. Of liever gezegd, het ongeluk achter ons te laten.

Want over drie weken pakken we de boel weer in. Verhuizen we voor de vierde keer in vijf jaar tijd. Verhuizingen zijn meestal werk gerelateerd maar ditmaal niet. We willen weg van dit huis en alle negatieve energie die het heeft opgeleverd. Dit huis zal er straks voor een buitenstaander piekfijn uitzien als het 'te koop' bord weer in de tuin staat, maar wij zullen de schoonheid nooit meer kunnen zien. Daarvoor is er veel te veel gebeurd.

Vluchten kan niet meer? Nou, ik dacht van wel! Na een jaar vol ellende, frustratie, woede en verdriet trekken we de deur hier achter ons dicht en doen we bijna tweeduizend kilometer verderop weer een andere deur open. Van een huurhuis wel te verstaan, we zijn 'even' klaar met koophuizen. Een nieuw begin voor ons drietjes en de hond in Florida, the Sunshine State.

Dat het zonnetje daar voor ons letterlijk en figuurlijk maar weer mag gaan schijnen!










zaterdag 13 april 2019

Mijn winkelwagen-vriendjes




In Nederland is het normaal, dat je een muntje in het winkelwagentje stopt als je boodschappen gaat doen. Om dat muntje terug te krijgen, moet je het karretje terug brengen en aanhaken bij de andere gestalde winkelwagentjes. Zo werkt het in Nederland, maar zeker niet in Amerika.

Want met grote regelmaat vind je winkelwagentjes overal en nergens op een winkelterrein terug. Eén van mijn grootste ergernissen is, dat mensen hun karretje in een lege parkeerplaats half op de stoep poten, zodat jij je auto niet meer kwijt kunt. De enkeling die het karretje wel terug brengt naar de verzamelplek, schuift het vervolgens niet aan in een voorgaand karretje...

Toch hebben ze er in Amerika best een aardige oplossing voor. Vooral supermarkten huren voor dit soort klusjes verstandelijk gehandicapten in, die deze rondslingerende karretjes door weer en wind terugbrengen naar de ingang van de supermarkt. Ze hebben net als vakkenvullers en kassières, een heuse baan en dragen hun steentje bij aan de maatschappij.

Bij onze plaatselijke supermarkt doet o.a. John dit werk. John heeft het Syndroom van Down en mijn hemel, ik heb nog nooit zo'n mopperkont meegemaakt! Heeft nooit zin om te praten, maar loopt wel de hele tijd luidkeels te schelden en te tieren op die karretjes. Ook al zegt hij weinig terug, ik groet hem altijd allervriendelijkst en probeer soms een gesprekje met hem aan te gaan.

Een laag begaafde jongeman waarvan ik de naam niet weet, doet dit werk ook. Laatst zag ik hem een elektrische boodschappenkar besturen die terug gebracht moest worden. Eigenlijk moest hij stoppen bij de ingang, maar hij vloog met een noodgang de supermarkt in en kwam er na 20 seconden net zo hard met een grote smile weer uit. Ik zei 'Je kon het niet laten hè?!' Samen lachten we erom.

Jaren terug in New Jersey, had ik ook een winkelwagen-vriendje. Mike was zijn naam. Hij wilde altijd kletsen en dus elke keer als ik naar de supermarkt ging, maakten we een praatje. Hij vertelde me een keer, dat hij altijd héél gezond at. Toen ik vroeg wat hij dan zoal at, antwoordde hij met trots dat hij heel vaak pizza at. Want daar zit tomatensaus op en tomaten zijn gezond.

We verhuisden en toen zag ik Mike niet meer. Tot ik een dik jaar later weer eens in de buurt was en besloot een boodschapje in mijn oude supermarkt te gaan doen. Ik liep nietsvermoedend naar de ingang van de supermarkt en ja hoor, wie stond daar? Mike. Hij zag me en kreeg ogen zo groot als schoteltjes. Vervolgens riep blij en tegelijkertijd verontwaardigd uit: 'Where have you been?!!'

Als we van de zomer gaan verhuizen naar Florida, zal ik me toch maar even voor de zekerheid afmelden bij 'moppersmurf' John.
















woensdag 23 januari 2019

In de prullenbak met Marie Kondo



Organiseren en minimaliseren is de nieuwste hype. In bladen en kranten, op sociale media en tv zie je haar of haar methode voorbij komen.  Zelfs op Netflix is er geen ontsnappen aan. Marie Kondo: de Japanse opruim-goeroe.

Haar manier van opruimen belooft rust in je hoofd. Met behulp van boeken en consultants kan je op haar manier je huis weer 'leefbaar' krijgen. Hiertoe dien je dan wel bepaalde stappen te doorlopen en volgens bepaalde patronen op te ruimen. Je kleding verticaal in plaats van horizontaal ordenen, blij en bewust zijn met hetgeen je bewaart of juist weg knikkert.

Ik heb ook altijd graag alles ordelijk en georganiseerd in de kasten zien liggen. Zo was het niet altijd. Luisterde nooit naar mijn moeder als ik voor de zoveelste keer gesommeerd, werd de puinhopen in mijn kasten op te ruimen. Tot ik op een goede dag de complete inhoud van mijn kasten op de stoep, voor de voordeur vond. Ze had alles uit het raam gesmeten. Efficiënte manier van 'opruimen'! 

Toen ik het huis uit ging, draaide dat 180 graden om. Van een grote sloddervos werd ik zeg maar een opruim-freak. Mijn moeder was bijna in shock toen ze de eerste keer bij mij thuis een glas uit de kast wilde pakken. Alles stond in perfecte rijtjes te blinken. Ze kon bijna niet geloven dat die enorme rommelkont er toch in slaagde, een net en ordentelijk huishouden op na te houden.

Tegenwoordig ben ik een 'in between'. Ben niet meer zo bezeten aan het opruimen als ik ooit deed, maar het is ook weer geen beestenbende. Eens in de zoveel tijden organiseer ik eens een kast of kamer maar na enkele weken gooi ik ook net zo makkelijk weer iets in een lade of kast met het voornemen het later netter weg te leggen. Ben goddank geen slaaf meer van mijn eigen opruimwoede.

En dat is nou net waar ik vrees dat de Marie Kondo-schoen gaat wringen. Ik zie het als het zoveelste  nieuwe dieet. Daar begint ook iedereen vol enthousiasme aan. De meesten houden het vervolgens een poosje vol maar vallen na verloop van tijd toch terug in oude gewoonten. Zoiets kan alleen een succes worden en blijven, als je je houdt aan de nieuwe levensstijl.

Ik doe niet mee met deze rage en blijf mijn eigen(wijze) manier van opruimen. Zodra die stapeltjes niet meer perfect hoeven te zijn, je niet meer elke minuut van de dag dwangmatig orde in de 'chaos' probeert te houden, dát is pas bevrijdend. De vrijheid voelen om iets ergens neer te leggen en er na een paar dagen achter te komen, dat het er nog altijd ligt. Dat!

Marie Kondo heeft voor mij te veel 'moetjes'. En met te veel 'moetjes' creëer je wat mij betreft van alles, maar geen rust in je hoofd...
















donderdag 10 januari 2019

Goed gesprek (met jezelf)

Wie doet het niet: hardop tegen jezelf praten. Ik doe het te pas en te onpas, uit en thuis. Liefst de hele dag door en vaak heb ik het niet eens in de gaten. Staart iemand me weer eens met open mond aan...

Eind vorig jaar bleek uit psychologisch onderzoek*, dat je heel slim bent als je dat doet. Door hardop tegen je zelf te praten activeer je namelijk je hersenen, prikkel je je geheugen, zorg je voor goede focus, help je je problemen op te lossen en motiveer je jezelf. Als ik het goed heb, en die kans is dus bijzonder groot met al dat gekwek tegen mezelf, ben ik mijn eigen psycholoog.

Sinds drie jaar hebben we een hond en sindsdien zijn er helemaal geen remmingen meer op dit gebied. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat klets ik (zogenaamd) tegen het diertje. Ik vertel hem wanneer ik een kop koffie heb verdiend, dat ik echt eens aan de was moet beginnen of dat ik heel nodig moet plassen. Honden stellen gelukkig geen vragen en mijn maatje lijkt alles met liefde aan te horen.

Buitenshuis is het andere koek. Mijn grote geluk is dat ik altijd in het Nederlands tegen mezelf praat en dat verstaan Amerikanen doorgaans niet. Zo lang ik met de hond buiten loop, denkt iedereen dat ik het tegen de hond heb en in de auto ben ik sowieso safe. Het is logischer dat iemand denkt dat ik met iemand aan de telefoon ben, dan dat ik hele verhalen tegen mezelf ophang in de auto. Hoop ik.

Ik was laatst in de plaatselijke supermarkt op zoek naar iets. Heen en weer lopend tussen de schappen en het met geen mogelijkheid terug kunnen vinden, ken je dat? Wist zeker dat het op een bepaalde plek moest liggen, maar zag het ècht niet. En dat zei ik hardop tegen mezelf. Voelde aan m'n water dat ik dat niet zonder toeschouwer had gedaan. Keek op en zag een mevrouw naar me glimlachen.

Instinctief begon ik me te verontschuldigen, maar de dame in kwestie wilde er niets van weten. Ze biechtte op, dat ze zelf ook met grote regelmaat hardop tegen zichzelf praatte. En dat je dat vooral maar voldoende moet doen, want het kan wel eens het enige fatsoenlijke gesprek zijn wat je hebt op een dag!

En zo is het maar net.


*bron: reptoir.nl